De energieprijzen zijn de laatste tijd enorm gestegen. Daardoor dreigt een deel van de bevolking haar vaste kosten nog maar nipt, of zelfs niet meer te kunnen dragen. Kwetsbare mensen, maar ook middenklassers, krijgen het steeds moeilijker. Ze belanden steeds vaker bij het OCMW. Toch is niet alle hoop verloren. Door snel en efficiënt in te grijpen kunnen we schade op langere termijn vermijden. Zo niet, dreigen we de toekomst van kinderen en jongeren in kwetsbare situaties te hypothekeren.
Volgens de CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas, nvdr.) zal een gezin met een gemiddeld elektriciteitsverbruik dit jaar 700 euro meer betalen dan vorig jaar. (zie kader onderaan) Natuurlijk, je kan de verwarming een graadje lager zetten, geen tv meer kijken ’s avonds of slechts één lamp aansteken. Maar na een tijd zijn je opties om te besparen op energie op. En dan zal er op een ander domein bespaard moeten worden: op voeding, schoolreisjes, uitstappen, hobby’s en spullen. Een op vijf kinderen in Vlaanderen groeit op in armoede. Zij krijgen van bij het begin minder kansen en dragen daar later in veel gevallen de gevolgen van.
Armoede maakt ziek
Veel kinderen en jongeren lopen vandaag het risico om nog jaren de gevolgen te moeten dragen van de moeilijke keuzes die hun ouders noodgedwongen hebben moeten maken omwille van de torenhoge energierekening. Een kind dat niet mee kan op schooluitstap voelt zich uitgesloten. Een kind dat geen gezond voedsel binnenkrijgt kan zich minder goed concentreren op school – leren op een lege maag gaat nu eenmaal minder goed.
Armoede kan ook agressief en zelfs crimineel gedrag in de hand werken, zelfs jaren later, door de impact op de ontwikkeling van de hersenen. De coronacrisis heeft intussen pijnlijk duidelijk gemaakt hoeveel kinderen en jongeren achterophinken omdat ze geen computer met internetverbinding hebben. En wat als je moet moet stoppen met je hobby omdat het inschrijvingsgeld gebruikt moet worden om de energierekening te betalen?
Als we nu efficiënt en effectief ingrijpen kunnen we voor hen het verschil maken. Maar met de energiepremie van 100 euro en een btw-verlaging gaan we er jammer genoeg niet geraken. Andere potentiële oplossingen kunnen wel het noodzakelijke verschil maken.
Stel de kernuitstap uit
Wat als we de geplande kernuitstap met een paar jaar uitstellen en de kerncentrales binnen een aantal jaar vervangen door duurzame energiebronnen? Bijvoorbeeld door kerncentrales die kernafval verwerken, zoals de Small Modular Reactors (SMR) die onder andere al in Rusland, de VS en China gebruikt worden? Of andere opties die ervoor zorgen dat we van kernenergie afgeraken, maar niet nog meer CO₂ gaan uitstoten?
Iedereen elektrisch?
Om de piekverbruiken van elektrische wagens, zonnepanelen en warmtepompen op te vangen zijn zware investeringen in het elektriciteitsnetwerk nodig. Daardoor dreigen de nettarieven te stijgen. Alle consumenten dragen die kosten, ook zij die zich geen elektrische auto kunnen veroorloven.
Natuurlijk moeten we de aanschaf van elektrische auto’s aanmoedigen: in België hebben ze 65 procent minder CO₂-uitstoot dan auto’s die op fossiele brandstof rijden. Zelfs in Polen, blijkbaar de slechtste leerling in Europa op vlak van duurzame energie, ligt de CO₂-uitstoot van een elektrische wagen 29 procent lager dan die van een wagen op fossiele brandstof. Maar iedereen elektrisch laten rijden, is geen zaligmakende oplossing. Het blijft aan de overheid om te investeren in duurzaam openbaar vervoer: daar bereik je meer mensen mee, boek je klimaat- én zelfs gezondheidswinst.
Je dagelijkse pendelrit van 32 kilometer met de auto vervangen door een treinrit, zorgt voor 9 kilo minder CO₂-uitstoot per dag. Veilig, snel en duurzaam openbaar vervoer haalt mensen weg uit de auto. Misschien aanvankelijk nog naar een autodeelsysteem, misschien op termijn uitsluitend naar openbaar vervoer. Dat betekent minder files, betere lucht, en minder CO₂-uitstoot. Dat schreef ik een tijd geleden al op mijn blog. Investeren in het openbaar vervoer komt ook de publieke gezondheid ten goede: wie naar de tram-of bushalte wandelt of fietst, beweegt meer. Minder uitlaatgassen en meer beweging zorgen voor een afname van de belasting van het zorgsysteem.
In Luxemburg, Tallinn (Estland), Taichung (Taiwan), Miami (VS) and Velenje (Slovenië) zetten de lokale overheden al serieus in op de uitbouw van het openbaar vervoer. Het biedt er grote voordelen voor huishoudens met lagere inkomens, de files zijn korter en de luchtkwaliteit is beter. Het wordt natuurlijk nog beter als het openbaar vervoer elektrisch is.
Toch is er niet alleen goed nieuws: de bestaande klimaatakkoorden focussen nog altijd te veel op (het bezit van) elektrische wagens om de klimaatverandering tegen te gaan. Dat komt vooral de hogere middenklasse goed uit: zij kunnen met een schoon geweten iets aan klimaatverandering doen, zonder hun comfort op te geven. Ook voor de overheid is het een goede deal: de kosten worden gedragen door kapitaalkrachtige mensen. Alleen: wie betaalt de rekening van de aanpassingen aan de infrastructuur? Juist: die wordt verdeeld. En daar betalen ook kwetsbare mensen voor een groot deel aan mee.
De armen dragen de zwaarste kosten
De prent hiernaast is een karikaturale voorstelling van hoe de samenleving er tot het einde van de achttiende eeuw uitzag: een standenmaatschappij waarbij de zwaarste lasten door de meest kwetsbare bevolkingsgroep (het volk) gedragen werden. De adel en de clerus worden gedragen (lees: onderhouden) door de arme bevolking, die als enige groep verplicht was om belastingen te betalen.
Het is niet moeilijk om in die spotprent ook zaken uit onze eigen huidige samenleving te herkennen: ook vandaag dragen de armsten de kosten van de luxueuze levensstijl van de meer kapitaalkrachtigen, bijvoorbeeld door de zware investeringen die gedaan moeten worden aan het elektriciteitsnetwerk. Dat terwijl ze er zelf niet van kunnen genieten, omdat ze geen elektrische auto of zonnepanelen hebben en daardoor die zware investeringen eigenlijk niet nodig hebben.
Geef een premie aan wie het nodig heeft
De huidige premie van 100 euro is het resultaat van een politiek compromis. De standpunten daarover waren erg uiteenlopend en elke partij heeft daarvoor water bij de wijn moeten doen. CD&V en Vooruit hadden de voorkeur voor een btw-verlaging, de liberalen en de PS waren eerder te vinden voor een premie. De Groenen bevonden zich ergens tussenin.
Het resultaat werd uiteindelijk een combinatie van een btw-verlaging én een premie. De liberalen kregen hun zin: de premie kwam er voor iedereen, en niet alleen voor kwetsbare huishoudens, zoals de PS dat wou. En omdat de gesprekken moeizaam verliepen en er lang gebakkeleid is, zal de btw-verlaging er pas in maart doorkomen. Tijdens de koude wintermaanden moest er dus nog 21 procent btw op energie betaald worden. “Mensen die al moeten krabben om rond te komen , zijn niet gebaat met honderd euro en een btw-verlaging als hun voorschotfactuur van enkele honderden euro’s plots naar meer dan duizend euro stijgt”
De huidige maatregel komt iedereen tegemoet. Ook de mensen die er financieel niets bij te winnen hebben. Zal dat voor iemand als Marc Coucke een verschil maken? Ik denk het niet. Nobel, zo ’n premie voor iedereen. Maar denk hier eens over na: een premie die alleen wordt toegekend aan mensen die het nodig hebben, zou veel hoger zijn en zou écht kunnen helpen. Dat heet solidariteit. Mensen die al moeten krabben om rond te komen , zijn niet gebaat met honderd euro en een btw-verlaging als hun voorschotfactuur van enkele honderden euro’s plots naar meer dan duizend euro stijgt.
De CREG (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas) raamt de gemiddelde stijging van de jaarfactuur voor elektriciteit en aardgas voor een gezin met een jaarlijks elektriciteitsverbruik van 3.500 kWh/jaar en een jaarlijks aardgasverbruik van23.260 kWh/jaar, met een contract tegen variabele prijs, van april 2021 tot en met maart 2022 op 713.74 euro.
VRT vergeleek alle gas- en elektriciteitscontracten op de Vlaamse markt in december 2021 met die van januari 2022 voor elk product (soort contract) afzonderlijk. Ze kwam tot de vaststelling dat de meeste mensen die nu een contract afsluiten en deze maand een voorschotfactuur voor gas en elektriciteit in de bus krijgen, daarvoor gemiddeld 36 procent meer betalen dan een voorschotfactuur in een december. Een elektriciteitscontract voor een gemiddeld gezin bedroeg in december 2021 ongeveer 1.420 euro op jaarbasis. Hetzelfde contract bedraagt in januari 2022 gemiddeld 1.780 euro. Dat is een verschil van 360 euro per jaar, dus een verhoging van ruim 25 procent.
Dit opiniestuk werd reeds gepubliceerd bij Stampmedia en Mirari.
De afbeelding bovenaan het artikel is van Ben Wicks en werd gevonden op Unsplash